Reconstructies van de zeespiegel in het verleden: een waarschuwing voor de toekomst

Overzicht van resultaten van reconstructies van temperatuur (in rood), CO2-concentratie (in groen), zeespiegel (in blauw) en de ijskappen van Groenland en Antarctica (de rode taartdiagrammen) voor verschillende interglacialen. De lichtrode en lichtblauwe kleur geeft het onzekerheidsinterval voor de temperatuur en zeespiegel. Bron: Dutton et al. 2015.

Overzicht van resultaten van reconstructies van temperatuur (in rood), CO2-concentratie (in groen), zeespiegel (in blauw) en de ijskappen van Groenland en Antarctica (de rode taartdiagrammen) voor verschillende interglacialen. De lichtrode en lichtblauwe kleur geeft het onzekerheidsinterval voor de temperatuur en zeespiegel. Bron: Dutton et al. 2015.

In Science verscheen deze maand een overzichtsartikel over de paleoklimatologische kennis van de hoogte van de zeespiegel en de omvang van de ijskappen op Groenland en Antarctica tijdens een aantal perioden van honderdduizenden en miljoenen jaren geleden: Sea-level rise due to polar ice-sheet mass loss during past warm periods van Dutton et al.. De onzekerheden zijn groot, en nemen toe naarmate men verder terugkijkt in de tijd. De afbeelding hierboven laat zien dat er desalniettemin een helder beeld naar voren komt uit alle onderzoeken samen: bij een temperatuur van een of enkele graden boven de pre-industriële waarde kan de zeespiegel met 6 meter of meer stijgen.

Het artikel behandelt vier perioden:

  • Een warme periode in het mid-Plioceen; zo’n 3 miljoen jaar geleden.
  • Mariene isotopen-etage 11 (ofwel MIS 11: de nummering is gebaseerd op pieken en dalen waarmee de zuurstof-18 isotoop voorkomt in sedimenten, ijskernen en fossielen; hierover verderop in dit stuk meer): ongeveer 400.000 jaar geleden.
  • MIS 5e: ongeveer 120.000 jaar geleden.
  • Het Holoceen: het interglaciaal waar we nu in leven dat bijna 12.000 jaar geleden begon.

De eerste drie perioden hebben als gemeenschappelijk kenmerk dat ze waarschijnlijk warmer waren dan het Holoceen. Of in elk geval het Holoceen tot nu toe. De afbeelding hieronder laat dit zien. De afbeelding bevat daarnaast een aantal andere belangrijke elementen uit de paleoklimatologische reconstructies. Die elementen zal ik kort toelichten, dankbaar gebruikmakend van de uitgebreide informatie die Dutton et al. aanreiken.

Indicatie van temperatuur en volume van ijskappen, gebaseerd op Zuurstof-18 isotopenanalyse. De drie balken boven de grafiek geven verschillende factoren weer die van invloed zijn op de zeespiegel. De blauwe kleur geeft de tijdschaal aan waarop deze een rol spelen. Bron: Dutton et al. 2015.

Indicatie van temperatuur en volume van ijskappen, gebaseerd op Zuurstof-18 isotopenanalyse. De drie balken boven de grafiek geven verschillende factoren weer die van invloed zijn op de zeespiegel. De blauwe kleur geeft de tijdschaal aan waarop deze een rol spelen. Bron: Dutton et al. 2015.

Reconstructies van de zeespiegel op lokaal niveau: de relatieve zeespiegel (of RSL: relative sea level)

Geoloog Sir Nicholas Shackleton legde in de jaren ’60 de basis voor paleoklimatologische reconstructies op basis van zuurstofisotopen. In het kort: de zuurstof-18 isotoop is iets zwaarder dan de zuurstof-16 isotoop, met als gevolg dat watermoleculen die een zuurstof-18 atoom bevatten net iets moeilijker verdampen en iets makkelijker condenseren. Waterdamp in de atmosfeer bevat daarom net iets meer van de lichtere isotoop. De neerslag die in de poolgebieden valt dus ook. Als de ijskappen groeien verandert daardoor de verhouding tussen de twee isotopen in de oceaan. Overigens zit er ook een directe temperatuurcomponent in die verhouding.

De isotopenverhouding van in het kalkskelet opgenomen oceaanwater van bodemdiertjes en bepaalde soorten plankton geeft dus een indicatie van de temperatuur en de grootte van de ijskappen. Aanvullende informatie, bijvoorbeeld over de relatieve zeespiegel, kan afgeleid worden uit andere gegevens, zoals de vindplaats, het soort organisme, en de chemische samenstelling. Zulke informatie wordt ook gebruikt om het gecombineerde temperatuur-ijsvolumesignaal in zijn twee componenten te scheiden.

Daarnaast geven lokale factoren, die sterk verschillen van plaats tot plaats, informatie over de relatieve zeespiegel. Denk aan fossielen (van bijvoorbeeld koralen), zoutmeren of bodemlagen.

Reconstructies van het zeeniveau gedurende het Holoceen op 4 plaatsen. Op de horizontale as staat het aantal kilojaren in het verleden. Bron: Dutton et al. 2015

Reconstructies van het zeeniveau gedurende het Holoceen op 4 plaatsen. Op de horizontale as staat het aantal kilojaren in het verleden. Bron: Dutton et al. 2015.

Relatieve zeeniveaus zijn bijzonder interessant, daar is geen twijfel over mogelijk, maar ze hoeven niet zo veel te zeggen over het mondiaal gemiddelde (GMSL of global mean sea level). De afbeelding hierboven laat zien hoe groot de verschillen tussen diverse plaatsen op aarde kunnen zijn. Op de menselijke tijdschaal kunnen bijvoorbeeld inklinking van de bodem (vaak mede als gevolg van menselijke activiteit) of dynamiek in de oceaan en atmosfeer (stromingspatronen, luchtdrukverschillen) voor lokale verschillen zorgen. Op de geologische tijdschaal zijn vooral bewegingen van hele continenten van belang. Geologen onderscheiden twee bewegingen:

  • Dynamische topografie: beweging van tektonische platen onder invloed van stromingen in de vloeibare aardkern.
  • Glaciale isostatische aanpassing (GIA, glacial isostatic adjustment): in een ijstijd oefent het gewicht van ijsmassa’s druk uit op de aardkorst. Deze wordt naar beneden gedrukt. Door de toegenomen druk in de aardkern komt als gevolg hiervan de aardkorst op gematigde breedtegraden omhoog; een waterbed-effect: wanneer op de ene plek druk wordt uitgeoefend komt het oppervlak elders naar boven. De aarde verandert dus wat van vorm: hij wordt een beetje platgedrukt. De grote verplaatsing van massa vanuit de oceanen naar de ijskappen zorgt ook voor kleine veranderingen in het zwaartekrachtveld en in de rotatiesnelheid van de aarde. Wanneer het ijs verdwijnt verandert alles weer de andere kant op. Op dit moment zitten we nog een de herstelfase, de zogenaamde postglaciale opheffing, van de vorige ijstijd. Ruwweg gaan bijvoorbeeld Scandinavië en Canada omhoog, terwijl de rest van Europa en de Verenigde Staten dalen. De beweging is zodanig dat deze ook op de menselijke tijdschaal invloed kan hebben. De bodemdaling in Nederland ten gevolge van GIA wordt geschat op 0 tot 4 centimeter per eeuw.

Op Youtube is wel wat te vinden over glaciale isostatische aanpassing, maar soms is een ouderwetse tekening uit een bijna 40 jaar oud wetenschappelijk artikel minstens net zo duidelijk en elegant. De tekening hieronder komt uit 1976; de titel van het artikel is On Postglacial Sea Level van Farrell en Clark.

Schematische weergave van glaciale isostatische aanpassing. Bron: Farrell & Clark 1976.

Schematische weergave van glaciale isostatische aanpassing. Bron: Farrell & Clark 1976.

Reconstructies van bewegingen van de bodem

Reconstructies van bewegingen van de bodem hebben in een opzicht wat gemeen met klimaatwetenschap: het gaat om relatief eenvoudige natuurwetenschap in een complex systeem. De geologen hebben het voordeel dat het systeem dat ze bestuderen waarschijnlijk wat minder complex is, maar daar staat dan weer tegenover dat het lastig is om tot goede waarnemingen te komen: het binnenste van de aarde is lastig bereikbaar, door de aardkorst heen kijken valt ook niet mee en bovendien gaat alles ontzettend langzaam. Technologische ontwikkeling helpt ook de geologie vooruit. GPS, bijvoorbeeld, helpt om bewegingen nauwkeurig in kaart te brengen. En computermodellen maken het mogelijk om het systeem op een steeds gedetailleerder niveau door te rekenen.

Volgens Dutton et al. is er voldoende nauwkeurige informatie bekend over de eigenschappen van de aarde om goede overeenstemming te kunnen krijgen tussen modelberekeningen van de glaciale isostatische aanpassing en de realiteit. Modellen kunnen daarom worden gebruikt om op basis van reconstructies van de relatieve zeespiegel schattingen te maken van de druk die ijsmassa’s op bepaalde plaatsen op aarde uitoefenden, en dus van de hoeveelheid ijs op die plaatsen.

Het mondiale gemiddelde zeeniveau is in principe te bepalen door de verandering van de relatieve zeespiegel op een bepaalde plaats te vergelijken met de stijging of daling van de bodem. De mate van overeenstemming tussen de gegevens voor verschillende plekken op aarde geeft een beeld van de onzekerheid. Het spreekt voor zich dat de onzekerheid toeneemt naarmate men verder teruggaat in de tijd.

Zoals aan het begin van dit stuk al gezegd: de gecombineerde informatie van vorige interglacialen wijst er op dat de zeespiegel in het verleden minstens 6 meter hoger was, bij temperaturen die 1 of 2°C hoger waren dan in de pre-industriële periode. Een dergelijke stijging van de zeespiegel zou dus in de toekomst weer in het verschiet kunnen liggen.

Misschien wel belangrijker dan hoeveel de zeespiegel kan stijgen is de vraag hoe snel dit zou kunnen gebeuren. Gegevens uit vorige interglacialen zijn te onzeker om daar een schatting van te maken. De zogenaamde smelwaterpuls 1A zou een indicatie kunnen geven van een worst case scenario. Deze gebeurtenis vond bijna 15.000 jaar geleden plaats, tijdens de overgang van de laatste ijstijd naar het huidige interglaciaal, en was vermoedelijk het gevolg van het instorten van een ijsplaat, die leidde tot een stijging van de zeespiegel gedurende meerdere eeuwen met een snelheid van 4 meter per eeuw of meer. De totale stijging bedroeg zo’n 20 meter. Een smelwaterpuls zoals deze laat zien dat we niet zomaar aan kunnen nemen dat de zeespiegel in een gelijkmatig tempo stijgt tot een nieuwe evenwichtssituatie is bereikt. Het is ook mogelijk dat een aanzienlijk deel van de stijging plaatsvindt in een aantal relatief korte periodes waarin veel ijs smelt.

De snelheid van de zeespiegelstijging tijdens de overgang van de laatste ijstijd naar het huidige interglaciaal en tijdens smeltwaterpuls 1A vergeleken met de laatste 2 millennia, de afgelopen eeuw en de afgelopen 2 decennia. Bron: IPCC AR5

De snelheid van de zeespiegelstijging tijdens de overgang van de laatste ijstijd naar het huidige interglaciaal en tijdens smeltwaterpuls 1A vergeleken met de laatste 2 millennia, de afgelopen eeuw en de afgelopen 2 decennia. Bron: IPCC AR5.

5 Reacties op “Reconstructies van de zeespiegel in het verleden: een waarschuwing voor de toekomst

  1. Lennart van der Linde

    Goed stuk, Hans, dank.

    De vraag hoe snel het water kan gaan stijgen, staat centraal in het nieuwe concept-artikel van Hansen en collega’s. Zie hier zijn toelichting op dit artikel, dat nu publiekelijk gereviewed wordt:
    http://www.huffingtonpost.com/dr-james-hansen/multi-meter-sea-level-rise-is-an-issue-for-todays-public_b_7875828.html?utm_hp_ref=tw

    Hij vreest dat bij business-as-usual al deze eeuw twee meter of meer stijging mogelijk is en pleit daarom voor een ambitieuzer akkoord in Parijs dan waar vooralsnog met het 2-gradendoel oop gemikt wordt.

    Like

  2. G.J. Smeets

    Hans,
    met vertraging heb ik je blogstuk gelezen maar nu heb ik ook wat! Je eindigt met:

    “Een smelwaterpuls zoals deze laat zien dat we niet zomaar aan kunnen nemen dat de zeespiegel in een gelijkmatig tempo stijgt tot een nieuwe evenwichtssituatie is bereikt. Het is ook mogelijk dat een aanzienlijk deel van de stijging plaatsvindt in een aantal relatief korte periodes waarin veel ijs smelt.”

    Je ondertitelt het stuk met ‘Een waarschuwing voor de toekomst’ en accentueert de kwestie van het smelt-tempo. Lennart haakt daar op in met een link naar James Hansen die stelt:

    “…incentives for scientists strongly favor conservative statements and militate against any “alarmist” conclusion; this is the “reticence” phenomenon that infects the sea level rise issue2.”

    Dat is dus het bekende ‘neutrale’ of ‘waardevrije’ standpunt van de wetenschappelijke onderzoeker. Hansen heeft daar kennelijk geen geduld mee omdat hij risico’s van ijskapsmelt incl. de bijbehorende tipping points voorziet. Het probleem is z.i. aldus:

    “Here, I expand on our conclusion that the science indicates 2°C is not a safe target. Indeed, 2°C is not only a wrong target, temperature is a flawed metric due to meltwater effect on temperature. Sea level, a critical metric for humanity, is at least on the same plane. Earth’s energy imbalance is a critical metric, because energy balance must be restored to stabilize climate, which thus informs us about the required limit on greenhouse gases (GHGs). The Framework Convention on Climate Change, agreed upon at Rio in 1992, defines GHGs as the critical metric, saying that GHGs must be stabilized at a level that avoids “dangerous anthropogenic interference” with climate. Why have policymakers turned away from GHG amount to temperature as the metric with a value (2°C) seemingly pulled from a hat? Could it be because 2°C allows politicians to set emission targets to be achieved in the future when they will be out of office? If we stick to the Framework Convention’s GHG metric, we find that the CO2 stabilization level is not 450 ppm or 400 ppm, it is 350 ppm and possibly lower with immediate implications for policy.”

    Mijns inziens is dat een adequate probleem-definitie van Hansen: toenemende GHG concentratie is het thema, niet 2˚C meer of minder. Anders gezegd, ‘klimaatgevoeligheid’ is een flexibele beleidsmetafoor terwijl CO2 ppm onbuigzame natuurkunde is. En de boodschap van Hansens’s stuk is duidelijk: ijskapsmelt trekt zich van de metafoor niets aan.

    Nogmaals Hansen:
    “The bottom line message scientists should deliver to policymakers is that we have a global crisis, an emergency that calls for global cooperation to reduce emissions as rapidly as practical. We conclude elsewhere and reaffirm in our present paper that the crisis calls for an across-the-board rising carbon fee and international technical cooperation in carbon-free technologies.”

    Like

  3. Hans Custers

    Lennart, Goff,

    Dank voor jullie reacties. Ik ben het artikel van Hansen aan het lezen en ben er inmiddels bijna doorheen. Geen lichte kost. Ik hoop dat het me lukt er binnenkort wat over te schrijven.

    Like

  4. De zeespiegel stijgt gemiddeld 15,8 cm per eeuw en laat geen versnelling zien. De globale crisis bestaat vooral uit een hype in de vorm van klimaatalarmisme
    zie voor wat hardere data: https://klimaatgek.nl/wordpress/2017/03/31/de-zeespiegelstijging-vertoont-geen-versnelling/

    Like

  5. Hans Custers

    Gemiddeld 15,8 cm/eeuw over de afgelopen eeuw.
    Gemiddeld 31 cm/eeuw over de afgelopen 25 jaar.

    Dat is: een versnelling!

    En zelfs binnen die periode van 25 jaar is een versnelling te zien.

    Maar om die versnelling te zien moet je wel naar de feiten en de wetenschap kijken, in plaats van naar de retoriek van De Vos.

    Like

Plaats een reactie