Versnelling van de zeespiegelstijging detecteerbaar in satellietmetingen

Satellietmetingen van de zeespiegelstijging, gecorrigeerd voor seizoensinvloeden. Bron: Colorado University

De zeespiegel stijgt. En de snelheid waarmee dat gebeurt neemt toe. Dat was al duidelijk; het bleek bijvoorbeeld uit vergelijkingen van de metingen die sinds 1993 met satellieten worden gedaan met schattingen over de voorafgaande periode aan de hand van metingen met peilschalen, of uit een recente analyse van alleen de peilschalen. In de satellietmetingen was tot nu toe geen versnelling van betekenis waargenomen. Omdat er nu eenmaal metingen over een lange periode nodig zijn om een langetermijneffect waar te kunnen nemen. Na 25 jaar meten met satellieten is het zo ver: in die metingen is nu een versnelling gedetecteerd die statistisch significant is, ook als er rekening wordt gehouden met bekende schommelingen op korte termijn en onzekere factoren. De versnelling bedraagt 0.084 ± 0.025 mm/jaar2. Met deze versnelling zou de zeespiegel aan het eind van deze eeuw 65 ± 12 centimeter gestegen zijn ten opzichte van 2005. Dit komt goed overeen met de projecties uit het laatste IPCC-rapport bij het hoogste emissiescenario (RCP8.5). Het artikel hierover is vrij toegankelijk op de website van de Proceedings of the National Academy of Sciences: Climate-change–driven accelerated sea-level rise detected in the altimeter era van Nerem et al..

Geprojecteerde zeespiegelstijging voor 4 emissiescenario’s uit het laatste IPCC-rapport. Bron: IPCC AR5 WGI

Extrapolatie van de gedetecteerde versnelling van de zeespiegelstijging tot 2100. Bron: Colorado University

Als er bij het berekenen van een versnelling van de zeespiegelstijging geen rekening wordt gehouden met klimaatschommelingen op korte termijn zou er een vertekend beeld kunnen ontstaan. Dat geldt zeker voor schommelingen aan het begin of het eind van de meetreeks. Dat er zulke schommelingen zijn is bekend: het afkoelend effect van de uitbarsting van Mount Pinatubo in 1991 had nog invloed bij het begin van de metingen in 1993 en de sterke El Niño’s van 1997 -1998 en van 2014 tot 2016 zijn ook zichtbaar, net als de sterke La Niña van 2010 tot 2012. Daarom corrigeren Nerem et al. de metingen voor het effect van de Pinatubo en voor de ENSO-index (een maat voor de sterkte van El Niño’s en La Niña’s). De Pinatubo en de ENSO-index hebben een tegengestelde invloed op de berekende versnelling, maar ze vallen niet helemaal tegen elkaar weg. Zonder de correcties zou een wat sterkere versnelling worden berekend: 0,097 mm/jaar2 in plaats van 0,084 mm/jaar2.

Gemiddelde mondiale zeespiegel (in blauw) en de gecorrigeerde data voor de inlvoed van Pinatubo (in rood) en de ENSO-index + Pinatubo (in groen). Bron: Nerem et al. 2018

Om te kunnen bepalen of de berekende versnelling echt iets betekent is een goede onzekerheidsanalyse van belang. Het is niet ongebruikelijk in de wetenschap dat alleen de spreiding van data rond een gemiddelde of een trend wordt meegenomen in een onzekerheidsanalyse. Nerem et al. gaan verder dan alleen zo’n statistische exercitie. Ze kijken naar alle bekende factoren die van invloed kunnen zijn en nemen van al die factoren de te verwachten bijdrage aan de onzekerheid mee: meetonzekerheden, klimaatschommelingen op een tijdschaal van een of enkele decennia (en het mogelijke effect daarvan op ijskappen, op de hoeveelheid water die opgeslagen is op land, op de thermosterische component van de zeespiegel en op de hoeveelheid waterdamp in de atmosfeer) en onzekerheden in correcties voor de invloed van Pinatubo en ENSO.

Dat alles levert het al genoemde eindresultaat op: 0.084 ± 0.025 mm/jaar2, gebaseerd op 1 standaarddeviatie (ofwel: het 68% waarschijnlijkheidsinterval). Daarmee is de berekende versnelling van de zeespiegel die het gevolg is van de opwarming van het klimaat, en dus hoogstwaarschijnlijk van menselijke broeikasgasemissies, statistisch significant. De kans dat er in werkelijkheid geen sprake is van een versnelling is volgens de onzekerheidsanalyse minder dan 1%.

De versnelling komt vermoedelijk vooral voor rekening van een toenemende bijdrage van de smeltende ijskappen van Groenland en Antarctica. Met deze versnelling zou de zeespiegel aan het eind van deze eeuw 65 ± 12 centimeter gestegen zijn ten opzichte van 2005. De onderzoekers noemen dit een ondergrens voor de zeespiegelstijging die te verwachten is bij het hoogste emissiescenario uit de laatste IPCC-rapportage. Er zijn nu eenmaal geen serieuze meevallers te verwachten als de opwarming doorgaat: thermische expansie van water en smelten van ijs zijn onvermijdelijke gevolgen van een hogere temperatuur. Terwijl er wel forse tegenvallers zouden kunnen zijn, met name als delen van de Antarctische ijskap instabiel zouden worden. Onzekerheid kent altijd twee kanten, maar die twee kanten zijn niet per se symmetrisch.

Wie verder wil lezen over dit onderzoek kan terecht bij de universiteit van Colorado, bij NASA, en bij Tamino.

38 Reacties op “Versnelling van de zeespiegelstijging detecteerbaar in satellietmetingen

  1. Dank hiervoor. Dit is precies het soort bericht dat ik niet zou willen missen. Lijkt me bijzonder relevant voor Nederland. Vandaar dat het tot nu toe, afgezien van een stukje op nu.nl, vast nog nergens te lezen is…

    Like

  2. Laat ik voorop stellen dat ik me geen oordeel aanmeet of de versnelling nu wel of niet optreedt. Er zijn slechts wat vragen. De eerste vraag betreft de trend. Men spreekt over mm/j en versnelling in mm/j exp 2. Maar men werkt met maanddata. Hoor men dan niet ook met jaardata te werken. Hoort men als men met data werkt met seizoenspatronen niet eerst een opsplitsing te maken naar trend, seizoen en ruis. Hoe kan men met zo stelligheid een stijging claimen van 0.084 ± 0.025 mm/jaar2 als de data een nauwkeurigheid heeft van plus minus 0,4 mm/j. Het effect verzuipt toch in de ruis? Zoals gezegd wat vragen. Blij dat er aandacht is voor het onderwerp. Tot nu was het verhaal in het Engels en mijn beheersing van de taal is sinds de middelbare school heel hard achteruit gegaan.

    Like

  3. Frans Galjee

    Om onduidelijk oorzaak is onderstaande reactie niet geplaatst.

    “ De zeespiegel stijgt. En de snelheid waarmee dat gebeurt neemt toe. Dat was al duidelijk; het bleek bijvoorbeeld uit vergelijkingen van de metingen die sinds 1993 met satellieten worden gedaan met schattingen over de voorafgaande periode aan de hand van metingen met peilschalen, of uit een recente analyse van alleen de peilschalen. “

    Kijk dat is nu zo boeiend aan huidige staat van klimaatwetenschap. Ondanks ontoereikende meetresoluties apparatuur, benodigde correcties voor verschillende zaken die goed meten beïnvloeden en alle berekeningen die nodig zijn om een natuurlijk benodigde stijging zeeniveau ( kan niet anders op grond van die toch al bewezen AGW hypothese) als signaal uit de data te halen zodat een jaarstijging van rond de 3,4 mm kan worden vastgesteld ( let op dus tot 1 cijfer achter de komma!). En nu is er zelfs een versnelling van die stijging gemeten – echt een topprestatie!

    Maar o ja bijna nog vergeten dit is dus oa vastgesteld met behulp van schattingen. Schattingen wat begrijp ik nu niet ach laat maar.
    Mvg Frans Galjee

    Like

  4. Hans Custers

    Raymond,

    De stijging van de zeespiegel en de versnelling daarvan zijn gewoon wat ze zijn, onafhankelijk van de eenheden waarin ze worden uitgedrukt. Er is dus geen enkele reden waarom je ze niet per jaar uit zou mogen drukken.

    Wat je andere punten betreft: in mijn blogstuk wijs ik op de uitgebreide onzekerheidsanalyse van Nerem et al. die nu juist laat zien dat de versnelling niet verzuipt in de ruis. Dat is het hele punt van die onzekerheidsanalyse.

    Frans,

    Je eerste reactie zat in het spamfilter.

    We hebben eerder al uitgebreid gereageerd op je kretologie over “ontoereikende meetresoluties”, “benodigde correcties”, enzovoort. Natuurlijk is het je goed recht om je niks aan te trekken van de antwoorden die je destijds hebt gehad. Maar verwacht ook niet dat je ons kunt overtuigen met het simpelweg herhalen van die kretologie. Beweringen worden niet vanzelf goede argumenten als je ze maar vaak genoeg herhaalt.

    Like

  5. Beste Raymond,

    Hoe kan men met zo stelligheid een stijging claimen van 0.084 ± 0.025 mm/jaar2 als de data een nauwkeurigheid heeft van plus minus 0,4 mm/j.

    Zoals Hans hierboven al aangeeft, gaat het om een statistisch significante versnelling gemeten over het geheel van de satellietmetingen, over 1993-heden. Het is statistisch significant doordat de 0.084 mm/j^2 ruim 3 x groter is dan de onzekerheid in de versnelling van ± 0.025 mm/j^2 (1 sigma).

    Het effect verzuipt toch in de ruis?

    Nee, juist niet. De verschillende soorten ruis (waaronder instrumentele onzekerheden) hebben een gezamenlijke amplitude van 0.025 mm/j^2 en het effect is ruim 3 x zo groot. De publicatie bevat een zeer uitgebreide analyse van de verschillende soorten ‘noise’ door o.a. de vulkanische erupties (Pinatubo) en El Nino/La Nina:

    We also must consider the impact of errors in the altimeter measurements, especially instrument drift. To assess instrument drift, we examine sea-level differences between altimetry and tide gauges (13) over time. This technique has been used for the last two decades to assess the instrument drift, but not to assess errors in GMSL acceleration estimates. Fig. 3 shows a time series of these differences. Using an AR1 noise model, we find that these differences imply a 1σ uncertainty in the acceleration of the instrument drift of 0.011 mm/y^2.

    Finally, we must also consider the impact of decadal variability in GMSL …

    Et cetera. Er was wel 25 jaar aan satelliet-data voor nodig voordat het signaal v/d versnelling (!) significant groter is dan de ruis. Zie de publicatie:

    Klik om toegang te krijgen tot 1717312115.full.pdf

    Overigens was de verwachting onder deskundigen, dat pas na ca. 2020 het signaal van de versnelling te onderscheiden zou zijn van de ruis in de observaties. Nu dat al in 2018 mogelijk blijkt te zijn, is dat eerder dan verwacht.

    Like

  6. Frans, zou je misschien kunnen overwegen of je de benodigde kennis wel bezit om zo stellig je ongeloof te uiten?

    Even wat getalletjes om je hopelijk iets duidelijker te maken dat je niet zo op je eigen intuitive zou moeten vertrouwen:
    Na 25 jaar is bij een versnelling van 0,084 mm/jaar^2 de zeespiegelstijging met bijna 2 mm per jaar toegenomen. Wat denk je, zou dat zichtbaar zijn bij een nauwkeurigheid van 0,4 mm?

    Overigens is die 0,4 mm niet zozeer de onzekerheid in de meting, maar de onzekerheid in de exacte waarde van de zeespiegelstijging als je een lineaire trend aanneemt.

    Like

  7. Voor degenen die vallen over allerlei (noodzakelijke) correcties die wetenschappers toepassen: merk op dat de acceleratie neerwaarts is bijgesteld van 0.096 mm/y2 in de raw data naar 0.084 mm/y2 vanwege tijdelijke invloeden. Zónder correctie valt de versnelling van de zeespiegelstijging dus hóger uit.

    Er gaan dit jaar ook twee nieuwe satellieten de lucht in. Want meer nauwkeurigheid is uiteraard wenselijk, ook om op korte termijn snel nieuwe ontwikkelingen te kunnen ontdekken. Uiteindelijk is bovenstaande studie natuurlijk ook een eenvoudige extrapolatie van historische meetgegevens. Net zoals Marcel Crok bij dezelfde data ook net zo makkelijk het lijntje lineair doortrekt. We kunnen nu simpelweg zien dat het rechte lijntje krom begint te trekken. Dit is dus geen echte harde voorspelling, dat geven de auteurs ook aan.

    Frans, sinds de satellietmetingen begonnen zijn (1993) is de zeespiegel met 8,5 cm gestegen. Daar kan iedereen zich wel iets bij voorstellen. Reken maar uit hoeveel dat per jaar is.

    Like

  8. Frans Galjee

    @ Marco | februari 20, 2018 om 18:48 |
    “ Frans, zou je misschien kunnen overwegen of je de benodigde kennis wel bezit om zo stellig je ongeloof te uiten? “

    Ja gedaan en twijfel nog wel of 34 jaar researchwerk met name gericht op ontwikkeling meettechnieken en instrumentatie voldoende is.

    Like

  9. Frans Galjee

    @ Thijs,

    “ Frans, sinds de satellietmetingen begonnen zijn (1993) is de zeespiegel met 8,5 cm gestegen. Daar kan iedereen zich wel iets bij voorstellen. Reken maar uit hoeveel dat per jaar is. “

    Als je goed had gelezen gaf ik aan een stijging van 3,4 mm per jaar.
    In eerdere artikelen over zeespiegelstijging heb ik al mijn vragen gesteld en heb ik mijn conclusie kunnen trekken.

    Like

  10. Beste Frans Galjee,

    Blijkbaar heb je geen flauwe notie van “meettechnieken en instrumentatie”. Hoe meer waarnemingen men doet, hoe kleiner de statistische fout, die gaat met 1/√n als n het aantal waarnemingen is. Lees 1ste-jaars colleges over meten en foutenanalyse, zoals:

    http://www.let.leidenuniv.nl/history/RES/stat/html/les8.html#nauw

    Zoals Marco al aangeeft is over een periode van 25 jaar (de satellietwaarnemingen over 1993 t/m 2017) een versnelling van 0,084 mm/j^2 gelijk aan een snelheidsverschil van ca. 2 mm/j.

    Bij een nauwkeurigheid van 0,4 mm/j is de 2 mm/j ruimschoots significant (meer dan 3 x de onzekerheid in de snelheid).

    Maar we wachten je publicatie over de zeespiegelstijging, in PNAS of Nature, graag af. 🙂

    Like

  11. Goed dat je vraagtekens zet bij je eigen kennis, Frans! Want je commentaar hier laat zien dat je inderdaad nogal wat kennis mist.

    Like

  12. Bart Vreeken

    Ondanks het feit dat de versnelling nu detecteerbaar is is de gemiddelde stijging over de meetperiode bijgesteld van 3,4 mm/j naar 3,1 mm/jaar.
    Hoe zit dat?

    Like

  13. Hoi Bart, die 3,1 mm/j is de trendlijn gecorrigeerd voor tijdelijke uitvloeden, zoals de uitbarsting Pinatubo (tijdelijk lagere zeespiegel bij start van metingen) en seizoensfluctuaties ENSO (el nino) / PDO. Dat betreft dezelfde neerwaartse correctie als de acceleratie van 0.096 mm/y2 naar 0.084 mm/y2.

    Je ziet ook dat het huidige niveau bóven de trendlijn ligt. Dus als je simpelweg het ongecorrigeerde verschil startniveau en huidige niveau pakt, dan heb je 8,5 cm in 25 jaar wat neerkomt op een uiteraard hogere 3,4 mm.

    Like

  14. Bart Vreeken

    Het was me ook opgevallen dat de trendlijn meest onder de berekende punten ligt. En dan vooral aan de uiteinden. Dat is een aanwijzing dat er eingelijk een kromming in het verloop zit, oftewel een versnelling.

    Ik vind het wel raar als er bij de trend over 25 jaar gecorrigeerd wordt voor invloeden als vulkaanuitbarstingen en El Nino. Dat is all-in-the-game zou ik zeggen. El Nino is bepalend voor de globale temperatuur en de zeespiegelhoogte, maar wordt zelf ook weer beinvloed door klimaatverandering. Hier dreigt een cirkelredenering.

    Het meest zuiver lijkt me als je puur de anomalie van de zeespiegelhoogte berekent, alleen gecorrigeerd voor seizoensinvloed, en eventueel aangepast als er een overtuigende reden is om eerdere satellietwaarnemingen anders te interpreteren.

    Like

  15. Het doel is te bepalen in hoeverre klimaatverandering verantwoordelijk is voor het zeespiegelniveau. Daar moet je dus alle andere ‘ruisfactoren’ voor wegfilteren.

    Ik denk dat je het andersom bedoelt? Een vulkaan wil je sowieso voor corrigeren, want die heeft geen enkele relatie met klimaatverandering, die komt random voorbij. Als je van mening bent dat klimaatverandering impact heeft op de seizoensinvloeden, dan wil je die seizoensinvloeden juist wél laten zitten.

    Hoe dan ook, je kan natuurlijk ook zeggen ‘ik wil kijken wat er historisch is gebeurd dus ik corrigeer nergens voor’. Dan kom je op de hogere acceleratie uit die de auteurs ook melden. Maar dan heb je de ‘ruis op de kabel’ er dus bij.

    Like

  16. Had men niet veel meer vulkaanuitbarstingen mee dienen te nemen dan alleen Pinatubo. Het is beslist een heftige uitbarstingen geweest maar er zijn toch nog 22 uitbarstingen geweest van VE -index van 4 of hoger. Dan had men misschien iets beter kunnen vaststellen of er wel een effect is van krachtige vulkaanuitbarstingen en zeespiegelstijging. Nu lijkt het er op of men naar het resultaat toe werkt.

    Like

  17. Raymond, ik vermoed dat jij degene bent die naar een resultaat toewerkt. Jij begint namelijk vanuit de veronderstelling dat wetenschappers biased zijn en dat projecteer je ook op dit onderzoek.

    Van VEI 4 naar VEI 6 (Pinatubo) is 100x zo groot. En de totale correctie heeft tot resultaat dat er een lagere acceleratie is dan zonder correctie. Jij insinueert dus dat wetenschappers toewerken naar het resultaat dat er mínder acceleratie is van de zeespiegelstijging?

    Like

  18. Hans Custers

    Bart,

    De bijstelling naar beneden van de langetermijntrend heeft te maken met enkele onderzoeken die vorig jaar zijn verschenen. Jos heeft daar afgelopen augustus over geschreven. Ook relevant in dat opzicht is het artikel van Beckley et al. van afgelopen november.

    Wat de correcties van Nerem et al. betreft: ik verwacht niet dat die correcties doorgevoerd zullen worden in de datasets van bijvoorbeeld de universiteit van Colorado, CSIRO of Aviso. Dat lijkt me niet de bedoeling, want Nerem et al. willen ook helemaal niet zeggen dat zij zoiets als de “echte zeespiegelstijing” bepalen. De bedoeling is, zoals Thijs al zei, de variabiliteit op korte termijn zo goed mogelijk uit het signaal te filteren, om zo een beeld te krijgen van de trend op lange termijn.

    Raymond,

    Het effect van Pinatubo is duidelijk zichtbaar in (bijvoorbeeld) data van de mondiaal gemiddelde temperatuur, terwijl dat voor die andere vulkanen niet of nauwelijks het geval is. De invloed van zulke zware uitbarstingen is zo groot omdat de aswolk tot in de stratosfeer komt, waar aerosolen heel lang kunnen blijven hangen. En natuurlijk is de hoeveelheid aerosolen ook veel groter.

    22 uitbarstingen in 25 jaar zou je normale vulkanische activiteit kunnen noemen. Het effect daarvan op de langetermijntrend is beperkt. Het zijn juist de uitzonderlijke gebeurtenissen (de zware uitbarsting van Pinatubo, sterke Niña’s en Niño’s) die door kunnen werken in de trend over 25 jaar. En dus is het logisch dat Nerem et al. juist daar rekening mee houden. Het zou natuurlijk best kunnen dat dit onderzoek in de toekomst wordt verfijnd en dat er dan ook wordt gekeken naar schommelingen in de “normale” vulkanische activiteit en in de zonneactiviteit. Dat zou nog tot een kleine bijstelling van de versnelling kunnen leiden. Ik vermoed dat de versnelling dan iets hoger uitvalt, omdat natuurlijke factoren de opwarming in de afgelopen decennia iets hebben afgezwakt.

    Like

  19. Thijs, Raymond bedoelt het goed, maar is niet altijd even zorgvuldig in zijn formulering.

    Wat betreft die VEI moet je ook overwegen *waar* die vulkaanuitbarsting is geweest: dichtbij of ver van de evenaar maakt namelijk wat uit. En tot slot: tegelijk met Pinatubo was er nog de VEI 5+ eruptie van Mount Hudson in Chili.

    Like

  20. Sinds de jaren ’90 draagt de factor ‘groundwater depletion’ structureel en in toenemende mate bij aan de zeespiegelstijging. Zie o.a. IPCC AR5 Ch 13. Zou dat de oorzaak kunnen zijn van de door de onderzoekers geclaimde versnelling? Is wel relevant, want in dat geval is er GEEN sprake van een ‘climate change driven’ versnelling.

    Like

  21. Hans Custers

    Bert,

    De totale bijdrage van grondwateronttrekking is volgens het IPCC 0,25 tot 0,55 mm/jaar.

    Zoals Marco eerder in deze draad al heeft voorgerekend betekent een versnelling van 0,084 mm/jaar2 dat de snelheid van de zeespiegelstijging over 25 jaar is gestegen met 2,1 mm/jaar.

    Het antwoord op jouw vraag luidt derhalve: nee, onttrekking van grondwater is zeker niet de oorzaak van de versnelling. Het zou hooguit een kleine bijdrage kunnen leveren. Nattevingerschatting: uitgaande van de bovengrens van 0,55 mm/jaar zeerspiegelstijging door grondwateronttrekking en een verdubbeling van de grondwateronttrekking over 25 jaar zou de bijdrage ervan aan de versnelling op zo’n 10% uitkomen.

    Zoals ik ook al aan Raymond antwoordde: wie weet komt er ooit een verfijning van dit onderzoek. Dat zou dan misschien ook rekening houden met grondwateronttrekking én zijn tegenhanger: opslag van water op land door menselijke activiteit. De cijfers zouden iets anders uit kunnen vallen maar het lijkt me weinig aannemelijk dat ze buiten het onzekerheidsinterval van Nerem et al. terechtkomen.

    Like

  22. Hans,

    Er bestaan hogere schattingen dan die 0,55 mm/jaar; onderstaande studie bijvoorbeeld komt op 0,8 mm/jaar.
    https://www.un-igrac.org/news/global-groundwater-depletion-leads-sea-level-rise

    Voorts hanteer je een incorrecte rekenvolgorde. Om tot een ‘climate change driven’ zeespiegelstijging te komen, moet je namelijk éérst corrigeren voor de groundwater depletion, en pas daarna de resulterende versnelling berekenen. Je komt dan aanzienlijk lager uit dan de 0,084 mm/jr2 van de publicatie van Nerem et al.

    Like

  23. @Bert Amesz

    Interessant dat je verwijst naar Wada et al. 2010. Zes jaar later concludeerde dezelfde Wada e.a. in een Nature Climate Change artikel het volgende over Ground Water Depletion:
    “The contribution of GWD to global sea-level rise amounted to 0.02 (±0.004) mm yr−1 in 1900 and increased to 0.27 (±0.04) mm yr−1 in 2000. This indicates that existing studies have substantially overestimated the contribution of GWD to global sea-level rise by a cumulative amount of at least 10 mm during the twentieth century and early twenty-first century. With other terrestrial water contributions included, we estimate the net terrestrial water contribution during the period 1993–2010 to be +0.12 (±0.04) mm yr−1, suggesting that the net terrestrial water contribution reported in the IPCC Fifth Assessment Report report is probably overestimated by a factor of three.”
    https://www.nature.com/articles/nclimate3001

    In Dieng et al. 2017 kun je een idee krijgen van de bijdrage van “Total land water” aan de zeespiegelstijging over 1993-2016. Zie de zwarte lijn in de figuur hieronder. Meer info over Dieng et al. in:
    https://klimaatverandering.wordpress.com/2017/08/10/versnelt-de-zeespiegelstijging-deel-2/

    Overigens geeft Nerem et al. 2018 een schatting van de versnelling veroorzaakt door diverse componenten van de zeespiegelstijging in hun tabel 2. Net als eerdere studies (zie link hierboven), komen Nerem en collega’s tot de conclusie dat Groenland en Antarctica het leeuwendeel van de waargenomen versnelling in de zeespiegelstijging voor hun rekening nemen.

    Like

  24. Hans Custers

    Bert,

    Omdat jij verwees naar het IPCC deed ik dat ook. Dat enkele (inmiddels achterhaalde, zie de reactie van Jos hierboven) artikelen ooit wat hoger uitkwamen lijkt me niet zo relevant. Maar zelfs als je de cijfers uit die artikelen als bovengrens gebruikt kan grondwaterontrekking hooguit een klein deel van de versnelling verklaren.

    En er is niks mis met mijn nattevingerberekening. Als de bijdrage van grondwateronttrekking de afgelopen 25 jaar verdubbeld zou zijn van 0,27 naar 0,54 mm/jaar is de bijdrage aan de versnelling: 0,01 mm/jaar2. Ruim 10% van de versnelling van Nerem et al..

    Like

  25. Frans Galjee

    @ Marco | februari 21, 2018 om 07:40 |

    “ Goed dat je vraagtekens zet bij je eigen kennis, Frans! “

    Dank je wel voelt ook goed en kan ik iedereen aanraden.

    “ Want je commentaar hier laat zien dat je inderdaad nogal wat kennis mist.”

    Ja, en daarvoor kom ik ook op deze site om wat kennis op te doen. Jullie weten niet hoe dankbaar ik daarvoor ben, die vriendelijke geduldige manier waarop jullie die toch kostbare tijd vrijmaken om mij als leek bij te spijkeren en te laten meegenieten van jullie oneindige kennis en vooral wijsheid. Het ontroert mij eigenlijk Dus stop ik nu anders hou ik het niet meer droog. Nogmaals Marco en de andere geleerden dank.

    Like

  26. Frans Galjee

    @ Bob Brand | februari 20, 2018 om 21:14 |

    “ Blijkbaar heb je geen flauwe notie van meettechnieken en instrumentatie “

    Dan toch wel knap dat ik er al die jaren er een meer dan goed salaris mee heb verdiend.
    Verder zal ik niet op je opmerking ingaan. Die zegt veel over wie jij blijkbaar bent.

    Like

  27. Hans Custers

    Frans,

    Dat je boos bent is nu wel duidelijk. En toch zijn wij nog steeds niet van plan om steeds maar weer dezelfde antwoorden op steeds maar weer dezelfde beweringen te geven. Want dan blijven we bezig, zo leert de ervaring.

    We hebben je nog niet zo lang geleden in dit draadje op de fouten in je redeneringen gewezen. Het staat je, zoals al eerder gezegd, volledig vrij om vast te blijven houden aan die redeneerfouten. Als je dan maar niet verwacht dat je ons daarmee overtuigt.

    En nog iets: ik zou iedereen die dit blog leest aanraden om ons niet als “geleerden” te beschouwen. Kijk nou maar gewoon naar de inhoud.

    Like

  28. Lennart van der Linde

    Ik vind het eigenlijk wel mooi en passend: beste weledelgeleerde Bart, Bob, Hans en Jos… 🙂

    Like

  29. Lennart, voor zover ik weet zijn Bob, Hans en Jos inderdaad weledelgeleerde (misschien weledelgestrenge?), maar Bart dient toch echt met weledelzeergeleerde aangesproken te worden!
    http://taaladvies.net/taal/advies/tekst/21/titulatuur_in_nederland_algemeen/#7

    Like

  30. Lennart van der Linde

    Weer meer geleerd!

    Like

  31. Hans Custers

    Bart is zelfs weledelzeerklimaatgeleerd!

    Mijn titel heeft niks met klimaat te maken (behalve dan dat ik ooit college heb gehad van Dick Thoenes…) en dus niet relevant.

    We dwalen wel wat af van het onderwerp, trouwens.

    Like

  32. Beste weledelzeergeleerde Bart Vreeken,

    Je zegt “Ik vind het wel raar als er bij de trend over 25 jaar gecorrigeerd wordt voor invloeden als vulkaanuitbarstingen en El Nino.

    Niemand zegt dat er hiervoor gecorrigeerd ‘moet’ worden. Normaal gesproken zitten deze correcties dan ook niet in de TOPEX/JASON satellietdata m.b.t. zeespiegelstijging.

    Echter, indien je wil gaan achterhalen of de klimaatverandering-gerelateerde (!) zeespiegelstijging al statistisch significant versnelt in de 25 jaar aan satellietdata, dan dien je NIET klimaat-gerelateerde invloeden (zoals de vulkanische erupties en El Nino/La Nina) er zo goed mogelijk uit te filteren. Dat is wat Nerem en collega’s in deze publicatie doen.

    Daarom luidt de titel van de publicatie dan ook: ‘Climate-change–driven accelerated sea-level rise detected in the altimeter era

    Je wijst er terecht op dat de zeespiegelstijging (zoals gemeten in deze 25 jaar aan satellietdata) afwijkt van een lineair stijgende curve. Als de snelheid verandert… is er per definitie een versnelling. Het is overigens niet gezegd dat de versnelling constant is, m.a.w. de mondiaal gemiddelde zeespiegelhoogte hoeft niet noodzakelijkerwijs op een parabool te liggen.

    Like

  33. hopelijk is het een hobbeltje.

    Like

  34. Ook een “hobbeltje” heeft grote gevolgen.
    Flooding Has Increased By 200-400% In The Last 20 Years.
    https://sealevelrise.org/
    Ga er bovendien maar vanuit dat de vraag naar olie pas over 15 jaar piekt en dan langzaam zal dalen. Al die tijd blijft de CO2 stijgen en ook lang daarna natuurlijk.
    https://fd.nl/beurs/1247800/de-elektrische-auto-is-niet-de-nagel-aan-de-doodskist-van-de-oliemaatschappijen Om het artikel te lezen volstaat een éénmalige (gratis) registratie. Het gaat nog decennia duren voordat de wereld een beetje gaat veranderen.

    Like

  35. Speculeren over een ‘versnelling’ van de stijging van de zeespiegel mag natuurlijk ten alle tijden, maar het lijkt voorlopig weinig te maken te hebben met de realiteit, want vorige maand is op basis van zeer uitgebreid onderzoek duidelijk geworden dat er zich in Nederland afgelopen 25 jaar geen versnelling in de stijging heeft voorgedaan:

    “De stijging van de zeespiegel langs de Nederlandse kust is in de afgelopen 25 jaar gemiddeld niet sneller verlopen dan in de jaren daarvoor. Dat concluderen de gerenommeerde onderzoeksbureaus Deltares en HKV in de Zeespiegelmonitor 2018.”

    Bron:
    https://www.telegraaf.nl/nieuws/3338752/stijging-zeespiegel-valt-mee

    En ook het KNMI erkend op haar website dat er afgelopen decennia bij Nederland geen versnelling heeft plaatsgevonden:

    “Zeespiegel Nederland
    Regionale veranderingen in de zeespiegel kunnen sterk afwijken van het wereldgemiddelde. Ook de toekomstige veranderingen als gevolg van de opwarming van het klimaat zullen niet overal even groot zijn. Satellietmetingen laten zien dat het zeeniveau niet overal even hard stijgt. Langs de Nederlandse kust heeft het zeeniveau de afgelopen eeuw gelijke tred gehouden met het wereldgemiddelde. Er is geen tempoversnelling geconstateerd in de laatste decennia.”

    Bron:
    https://www.knmi.nl/kennis-en-datacentrum/uitleg/zeespiegelstijging

    PS. Bovendien blijkt ook uit zeespiegel monitor van de NASA dat er zich ook daar geen echte versnelling heeft voorgedaan, zie:
    https://climate.nasa.gov/vital-signs/sea-level/

    (Dat satellietmetingen hogere waarden opleveren lijkt vooral met de meetmethode zelf te maken te hebben; zo heeft recent Roy Spencer gerapporteerd over een meetfout die mogelijk te maken heeft met een correctie voor waterdamp waardoor de satellietmetingen wellicht met ongeveer 10% naar beneden kunnen worden bijgesteld – bron: http://www.drroyspencer.com/2019/03/is-satellite-altimeter-based-sea-level-rise-acceleration-from-a-biased-water-vapor-correction/ )

    De huidige ‘snelheid’ van de zeespiegelstijging ligt waarschijnlijk ver onder de gemiddelde waarden die in overgangsperiodes na- en in aanloop naar ijstijden in het verleden zijn ontstaan – want in dergelijke periodes liep de snelheid eigenlijk regelmatig op tot ruim meer dan 1 mm per jaar. zie: https://www.sealevels.org

    Overigens, ik vermoed zelf dat de zuidpool de ‘teugels’ van het klimaat in termen van de zeespiegel nog steeds stevig in eigen hand heeft; t.a.v. de snelheid van de temperatuurstijging afgelopen decennia ligt dit mogelijk wel anders… echter ook dat is niet zeker omdat de meest proxies denk ik niet betrouwbaar genoeg zijn om hier zeker van te zijn.

    Like

  36. Bouke van der Spoel

    Beste Martijn,

    zowel het Deltares-rapport als het KNMI hebben het over de zeespiegelstijging langs de Nederlandse kust, niet wereldwijd. Hoe kan het dat er langs de Nederlandse kust geen versnelling te zien is in de stijging terwijl dat wereldwijd wel zo is? Dat kan doordat er in Nederland allerlei factoren een rol spelen die de metingen beinvloeden:
    – Bodemdaling vanwege inklinking
    – Bodemdaling vanwege postglaciale daling
    – Bodemdaling vanwege gaswinning
    – Verandering van windpatronen

    Al deze factoren zorgen ervoor dat de Nederlandse getijdestations minder betrouwbaar zijn om de wereldwijde zeespiegelstijging te detecteren. Het Deltares-rapport stelt dit zelf ook (paragraaf 7.1):
    “De Nederlandse metingen zijn niet bedoeld en ook niet geschikt om iets te zeggen over de globale zeespiegelstijging”

    Als je die stijging wil detecteren, kan je beter alle getijdestations gebruiken. Voor een analyse op basis van wereldwijde getijdestations, zie:

    Sea Level Acceleration

    Like

  37. @Martijn van Mensvoort

    Het blogstuk gaat over de mondiale zeespiegelstijging gemeten met satellieten, niet alleen over het kleine stukje zee voor de Nederlandse kust. Het is je hopelijk toch bekend dat zeespiegelstijging lokaal nogal varieert op onze oceanen.

    De huidige snelheid van de zeespiegelstijging is met circa 3 mm/jaar een stuk hoger dan het gemiddelde over de gehele 20e eeuw. Zonder een versnelling kun je niet van een lagere snelheid naar een hogere snelheid.
    https://klimaatverandering.wordpress.com/2017/08/07/versnelt-de-zeespiegelstijging-deel-1/

    Like

  38. Dag Martijn ea,

    “Speculeren over een ‘versnelling’ van de stijging van de zeespiegel mag natuurlijk ten alle tijden, maar het lijkt voorlopig weinig te maken te hebben met de realiteit,”

    Je mag niet van alleen de Nederlandse cijfers uitgaan, zoals hier al uitgelegd, omdat we hier te maken hebben met wisselende bodemdaling door tal van factoren en dus ook met een variabele snelheid van de relatieve zeespiegelstijging, zodat die soms tijdelijk vertraagd verloopt. Iets anders is echter ook van fundamenteel belang:

    Er is geen sprake van speculeren omdat we al à priori, moeten verwachten dat de zeespiegel versneld, dus sneller dan lineair met de stijgende temperatuur mee stijgt. Eén factor waardoor de zeespiegel stijgt is dat het water uitzet als het warmer wordt. De uitzettingscoëfficiënt van water is echter sterk temperatuur afhankelijk. Bekend is dat water zijn grootste dichtheid heeft bij 4 graden C. Dit is bij zeewater iets anders, maar ook hier geldt dat over het hele traject van 0 toot 100 graden de uitzetting steeds sneller gaat naarmate de temperatuur hoger wordt, zie https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/c/cd/Ausdehnung.png . De andere factor waardoor de zeespiegel stijgt vanwege de mondiale opwarming is dat het landijs (de gletsjers) overal afsmelt en het water daarvan in de oceaan terechtkomt. Dit gaat niet lineair omdat we te maken hebben met het gegeven dat het ijs (opeens) smelt bij 0 graden. Als die temperatuur van 0 graden ergens wordt voor het eerst bereikt, wordt hij tegelijk ook op veel andere plaatsen bereikt, terwijl het op al die plekken tevoren eeuwenlang nog nooit had gedooid. Het is duidelijk als de lente komt, gaat het overal tegelijk dooien. Dit zien we in Scandinavië gebeuren en vroeger soms ook in Nederland. Die lente schuift nu steeds verder naar het Noorden in Groenland. Het is dus van te voren al waarschijnlijk dat de zeespiegel sneller dan lineair stijgt door de opwarming. Dit wordt bevestigd door metingen overal ter wereld, ook in Nederland als je naar de langere termijn kijkt. Daardoor is er afdoend bewijs voor de versnelde stijging van de zeespiegel.

    Like

Plaats een reactie